Als je droomt, slaapt u dan beter of juist niet?

U schudt uw kussen op, kruipt diep weg onder uw wollen dekbed en valt al gauw tevreden in slaap. Toch beleef je die nacht van alles: u wint een sportwedstrijd, danst in een trouwjurk of wordt achterna gezeten door een beest… Iedereen droomt. Maar waarom dromen mensen? En waar is het goed voor? Is het dromen überhaupt wel goed voor u?

Dromen blijft een relatief ongrijpbaar fenomeen. Toch is de meest gehoorde en aannemelijke uitleg dat dromen beïnvloed worden door wat u bezighoudt. Het kan gaan over iets wat u die dag meegemaakt hebt, of waar u over na heeft gedacht, vaak met een onrealistische twist. Die dromen ‘maken we zelf’, waardoor gebeurtenissen en emoties ons ook echt kunnen raken.

Uw slaapcyclus bestaat uit verschillende fasen. Dromen komen het meest voor in de REM-slaap. Deze fase is noodzakelijk voor een goede nachtrust. Bent u gauw moe en prikkelbaar? Dan zou dit goed veroorzaakt kunnen worden door een te korte REM-slaap! De dromen tijdens uw REM-slaap lijken geen functie te hebben.

Gemiddeld beslaat de REM-slaap zo’n twee uur van uw nachtrust, wat betekent dat u een kwart van je slaap (2 van de 8 uur) aan het dromen bent. In de regel is het zo dat hoe meer u droomt, hoe meer REM-slaap u heeft gehad.

Een goede REM-slaap leidt ertoe dat u’s ochtends meer uitgeslapen bent. Dat zou betekenen dat dromen juist goed voor u is. Toch kan het ook voorkomen, zeker wanneer u nachtmerries heeft, dat u juist vermoeid wakker wordt. Dit komt door de intense (negatieve) emoties die nachtmerries met zich meebrengen.

Samengevat kunnen we dus stellen dat neutrale tot positieve dromen bijdragen aan een goede nachtrust en negatieve dromen/nachtmerries uw nachtrust juist verstoren. Zeker als u ’s nachts wakker schrikt!